Technologie en mens hand in hand

Denis Geers, zaakvoerder Drukkerij Geers Offset

Drukkerij Geers realiseerde de laatste tijd heel wat overnames. Dat betekent dat bedrijven toegevoegd werden met een andere cultuur, die opgebouwd werden vanuit andere waarden. Om dat nieuwe geheel goed te sturen moet niet alleen op technologische, maar ook op sociale innovatie worden ingezet.

Ingrid Walry: U nam uw zaak over van uw ouders en leidt het bedrijf samen met uw broer. Vanuit welke invalshoek besloot u om met drukkerij Geers een andere richting uit te gaan? U oversteeg uw vestiging in Oostakker door de overnametoer op te gaan. Dat vereist de juiste inzichten en visie.

Denis Geers: Technologisch innoveren was in onze sector de laatste jaren van cruciaal belang. Sociale innovatie gaat daarmee hand in hand. We hebben mensen die hier dertig tot vijfendertig jaar werken en die uiteraard volledig anders technisch geschoold waren. De grootste sociale innovatie was om al onze medewerkers tijdig bij te scholen met nieuwe technologie. De veranderingen gaan razendsnel. Sociale innovatie is in het licht van onze recente overnames erg belangrijk. Ieder bedrijf heeft sowieso een andere cultuur. Het is moeilijker om twee à drie groepen tot één mooi geheel te smeden dan om mensen intern om te scholen. Het personeel uit de andere drukkerijen integreren in een groep mensen die hier al jaren werkt, was geen evidente oefening.

Ingrid Walry: Hebt u de bedrijven fysiek behouden of allemaal gedelocaliseerd?

Denis Geers: Twee zijn hierheen verhuisd, een derde functioneert nog op een afzonderlijke locatie.  De overstap is gepland in juli of augustus, maar we zijn nu al geleidelijk mensen aan het overplaatsen. Het gaat over groepen van telkens vijftig à zestig mensen: heel wat individuele verlangens dus. Iedereen heeft zijn eigen visie op een geheel en niet iedereen staat ervoor open om van een vertrouwde werkomgeving plots elders te moeten integreren in een andere groep. Soms krijgen die mensen een andere job en een interne scholing. Moeilijke oefeningen, maar ook leuke uitdagingen.

Ingrid Walry: Ziet u een verschil bij jongere generaties? Bij de bedrijven die u overgenomen hebt, is de oudere generatie waarschijnlijk minder flexibel. Hebt u die bedrijven overigens kunnen overnemen omdat ze niet tijdig technologisch innoveerden?

Denis Geers: Ja, dat is een trend die in onze sector de laatste vier à vijf jaar enorm belangrijk is geworden. Schaalvergroting is onvermijdelijk om voordelen te verwerven: ik denk maar aan goedkoper papier inkopen. We moeten alle machines zoveel mogelijk rentabiliseren. Veel drukkerijen werken in één ploegenstelsel op machines die min of meer verouderd zijn. Zo kun je onmogelijk concurreren op de Europese markt.

Ingrid Walry: U hebt in feite de inzetbaarheid van uw toestellen geoptimaliseerd? Uiteindelijk doet u dankzij die overnames uw machines beter renderen?

Zelf zijn we organisch gegroeid tot 105 medewerkers. De machines hebben de laatste acht jaar altijd volcontinu gedraaid. Op dat vlak stonden wij al sterk.  

Ingrid Walry: Wanneer ging uw eerste grote overname door?

Denis Geers: Zomer 2009 – de onderhandelingen begonnen begin 2008. De aanleiding was dat het moeilijker werd om tien à vijftien procent groei vol te houden die we realiseerden tussen 2000 en 2008. Op overnamepad gaan in de markt en opportuniteiten zoeken, leek een goed antwoord. We hebben die gelukkig gevonden. Er is ondertussen een derde overname geconcretiseerd. Er zijn ook een aantal kleinere eenmanszaken gestopt die hun portefeuille hier onderbrachten. Die fungeren als zelfstandig agent voor hun oorspronkelijke cliënteel. Dat zijn dus geen echte integraties.

Ingrid Walry: Wat is uw FTE vandaag de dag?

Denis Geers: We consolideerden met een tweehonderdtal mensen. Wat ik nu wel merk is dat de moeilijkste fase ligt tussen de vijftig en de honderdtwintig mensen: toen moesten we een structuur creëren waarmee onze organisatie niet vertrouwd was. Nu merken we, dankzij die nieuwe structuur, dat het aantal geen groot verschil meer uitmaakt. Problemen worden gebufferd. Ik vond het veel moeilijker in een bedrijf met vijftig à zestig mensen dan nu.

Ingrid Walry: De inzetbaarheid van uw mensen was een grote uitdaging. Nieuwe diensten ontwikkelen, betekent nieuwe competenties verwerven. Op welke verwezenlijkingen bent u trots?

Denis Geers: Op de mensen die inzetbaar of actief waren op een technologie die nu compleet weggevallen is. Als late vijftigers mogen ze tijdens de laatste jaren van hun carrière iets nieuws en boeiends gaan doen en – en dat doen ze goed. Ze hebben jaren voor een bedrijf gewerkt. Hun arbeidsethos is geweldig:  het zijn collega’s die nooit ziek zijn en waar je altijd op kan rekenen. Die mensen doen dat soms verbazingwekkend goed.

Ingrid Walry: Welke functieniveaus, welke rollen binnen de drukkerij heb u kunnen rentabiliseren?

Denis Geers: In een drukkerij heb je, los van de administratie, drie departementen. Op productieniveau is er prepress: lay-out en de technische verwerking van datacontent. Daar is de grootste evolutie gebeurd. Er werken nu nog mensen die ooit met loden letters gewerkt hebben, maar die nu iPad-applicaties ontwikkelen. Wij hebben die mensen omgeschoold. Voor een traditionele drukkerij als de onze is onze prepressafdeling relatief groot. Een bestand verwerken duurt nu nog maar een kwart van de tijd die vijf jaar geleden in beslag nam. Voor veel uitgevers maken wij niet alleen gedrukte tijdschriften, maar ook de app die verschijnt in de iStore of de Androidmarket. Prepress is dus het mooiste voorbeeld.

In productie zelf moeten machines uiteraard mee evolueren, maar de job van de drukker die een blanco blad in de persen legt en daar een bedrukt veld van maakt, blijft in principe gelijk. Hetzelfde geldt voor medewerkers die boeken naaien, nieten, vouwen en lijmen – los van het feit dan dat alles computergestuurd is, wat ook heel wat bijscholing vergt.

Ingrid Walry: Wat heeft u geïnspireerd om die applicaties zelf te gaan ontwikkelen?

Denis Geers: Één van onze oudste medewerkers is daar nogal gedreven in: hij zei dat we dat moesten hebben en dat het interessant zou zijn voor ons. Wij hebben ook gepolst bij klanten. Zij zijn tot op de dag van vandaag nog niet honderd procent zeker hoe één en ander zal evolueren, maar zij waren wel vragende partij. Zij worden ook overstelpt door vragen van hun klanten.

Ingrid Walry: Wat zijn uw verdere ambities?

Denis Geers: Dat we uiteindelijk tot een geconsolideerde markt komen. Iedere week is er wel een drukkerij die verdwijnt. We gaan nu met een paar grote drukkerijen tegen de trend in. We zitten op een markt met overcapaciteit en moeten opboksen tegen Italiaanse, Spaanse of Turkse drukkerijen. In een kleine markt als de onze worden we geconfronteerd met x aantal spelers die vijf à tien lang jaar verlies maken en dan met een wco-regeling gezuiverd worden van schuld – voor de werkgelegenheid. Als organisatie veranderen ze nauwelijks. Uiteindelijk blijft hun capaciteit op de markt. Maar op termijn helpt dat de werkgelegenheid zeker niet vooruit.

Ingrid Walry: U vormt een lobbygroep? Op welke niveaus dan?

Denis Geers: We zijn nu met een tiental grotere drukkerijen uit België die dagelijks worden geconfronteerd met veel te scherpe prijszettingen voor grote projecten van bedrijven die net niet of pas in zo’n wco-regeling zitten. Uiteindelijk overleven die toch niet. Zij zorgen ervoor dat het marktprijsniveau lager ligt en dat iedereen het moeilijk krijgt.

Ingrid Walry: Uw ambitie is nu: consolideren. Dat is een mooie prestatie. Welk beeld hebt u daarbij?

Denis Geers: Mijn droom is om tegen midden 2013 niet alleen tot een geconsolideerde markt te komen, maar ook tot een bedrijf dat met een cleane en mooie structuur rendabel kan werken op een Europese markt.

 http://www.geers-offset.be/NL/index