Ontdek

uw sociaal innovatievermogen en overwin de crisis
0800/88250Schrijf u in
Deelnemende organisaties
Dezign CrewAuxifinaVacatureVlerick SchoolInterpassbaogroupBNP ParibasCentrum voor OndernemenBelrom Furniture- FrentlifePeers2PeersSocrefosBelfiusInvertoUniversal CommunicationCocom groupSD WorxSVKLuminusRyhoveAdebaPartena Ziekenfonds en PartnersRyhoveVeGHOINGJob & CoBerenschotSERR Gent Rondom GentT-GroepFlanders SynergyAssumaxDe JaegerAttentVokaOdthInduverAB MauriX-straBIVVESFAssumaxStadsbestuur Lommel Tidi SolutionsCreaxBelgacomISSMatexi GroupPolarisation groupIBBTAGXAtlantisKrefimaUgentAscentoSERV Stichting Innovatie & ArbeidStaterRace Productions - Ridley BikesFlanders DCErgoteamPort of GhentRelax Wellness CentrumBoerenbond,ThuishulpTeituREFIBOSoficoGeers OffsetVOV Lerend netwerkAVSMy Kingdom For a HorseOpen bedrijvendagEurotuinAZ Sint-Blasius Hemkes ConsultancyKluwerQ-ListInventisInnovatiecentrumVan RoeySEBECO INNOVATIEFVokshaardDBM BelgiumStad GentUnizo4InstanceVacatureDosschemillsBW BouchoutDe Zwarte DoosDe Buck TravelICFCommunicatielabAttentia

Een sociaal innovatieve stad

 Daniël Termont, burgemeester van Gent

Gent is een levend(ig)e stad die op alle maatschappelijke en economische vlakken wil uitblinken. Sociaal innovatief ook – niet enkel binnen de eigen organisatie, maar ook op het vlak van stadsvernieuwing. Alle projecten van Stad Gent experimenteren in min- of meerdere mate met sociaal innovatieve stadsvernieuwing. We waren dan ook benieuwd naar wat de Gentse burgemeester Daniël Termont erover te vertellen heeft.

Ingrid Walry: Gent is een voortrekker in de evolutie naar een lerende en creatieve samenleving. Één van de strategische doelstellingen van Stad Gent is om tegen 2020 internationaal erkend te zijn als centrum voor innovatie en experiment. Hoe wilt u dat bereiken?

Daniël Termont: Onze ambitie om het internationaal waar te maken, werd voor een deel al beloond: wij werden gevraagd om mee te werken aan het Europese project EUniverCities, dat staat voor Europese Gemeenschap,  Universiteit en Cities & States. We verkeren in het goede gezelschap van een tiental Europese universiteitssteden die een verbond sloten om hun knowhow en kennis nog meer te bundelen.

Dat Gent gevraagd werd, heeft alles te maken met de concentratie aan grijze cellen in deze stad. Onze rijkdom, en dat benadruk ik ook vaak in toespraken. Wij hebben geen oliebronnen, wel knappe koppen. Neem nu die spin-offs van de universiteit: pure innovatie. Hier gebeurt van alles op vlak van ICT of biotechnologie, breedbandtechnologie – via het IBBT – en biobrandstof. Alles heeft te maken met de knowhow vanuit de universiteit.

Als stad hebben we daarbij vooral een regierol, om alles samen te brengen. De verschillende fora waar mensen samenkomen, de initiatieven die mensen nemen en ontwikkelen: daarin kunnen wij een belangrijke rol spelen. En we zijn goed op weg om een voortrekkersrol te spelen in Europa.

Ingrid Walry: Een andere doelstelling is tegen 2020 de inspraak in de besluitvormingsprocessen maximaal te organiseren. Dat betekent dat er binnen Stad Gent al een cultuur heerst van medezeggenschap in besluitvormingsprocessen. Maar communicatie moet je aanpassen aan de doelgroep, en de ene slaagt daar al gemakkelijker in dan de andere. U hebt het vermogen om in functie van uw publiek uw communicatie aan te passen, maar dat is niet iedereen gegeven. Bepaalde mensen hebben daar extra hulp bij nodig. Verloopt die communicatie wel voldoende doelmatig voor ‘2020’?

Daniël Termont: We zijn behoorlijk tevreden met wat we hebben, al kan het natuurlijk altijd beter. Momenteel doen we het met de bestaande massacommunicatie: stadstelevisie, stadsmagazine, website… Ik denk dat de Gentenaars zich wel goed geïnformeerd voelen. Dat blijkt ook uit het wetenschappelijk onderzoek voor de Stadmonitor 2011: 53,7% van de Gentenaars voelt zich voldoende geïnformeerd door het stadsbestuur. Dat is veel voor een grote stad, het is ook een hoger percentage dan in 2008. Maar alles kan beter natuurlijk, daarom willen we in de toekomst meer gericht communiceren, op basis van persoonlijke profielen van de inwoners.

Daarnaast hebben we de stad ingedeeld in vijfentwintig wijken, waar we met het college tijdens de legislatuur overal twee keer naar toe trokken. Dat betekent vijftig avonden ons oor te luisteren leggen bij de mensen.

Dat zijn allemaal goede initiatieven, want je moet naar je doelgroep toegaan. Anderzijds stellen we vast dat we nog veel mensen niet bereiken. Communiceren in functie van de doelgroep is dus essentieel. Een van de nieuwste manieren waarop we dit nu doen, is mensen rechtstreeks informeren via sms. Wie langs de Leie woont en overstromingsrisico loopt, krijgt een sms. Regent het hard in Frankrijk en is er gevaar, dan worden de bewoners onmiddellijk gewaarschuwd.

Recent heb ik in de wijk Tolhuis – Sluizeken – Ham het initiatief Buurt Bestuurt opgestart. Buurtbewoners bepalen zelf wat de politie in hun buurt moet doen. Ze beslissen met de commissaris waar de aandachtspunten liggen. Deze maand komt er bijvoorbeeld extra toezicht op sluikstorten of dubbel parkeren. De bewoners kunnen de politie opdrachten geven. De resultaten van het politiewerk worden dan verspreid via sms.

Heb je het over sociale innovatie, dan zijn er veel mensen die we niet bereiken: bijvoorbeeld wie geen Nederlands beheerst, of niet weet hoe onze maatschappij in elkaar zit. Allochtonen, maar ook armen of gehandicapten met weinig sociale contacten. Die noemen wij de Moeberdoes: de moeilijk te bereiken doelgroepen. Voor hen moeten we heel specifiek zoeken naar andere manieren van inspraak.

Er is een hele evolutie aan de gang naarmate sociale media ingeburgerd raken. Mensen zijn veel mondiger geworden, kunnen veel gemakkelijker beleidsmakers bereiken en willen ook onmiddellijk een antwoord op al hun vragen. Daarom zetten we ook als Stad al een tijdlang sociale media in: facebook en twitter. Binnenkort zal men ook via die kanalen ons service center Gentinfo kunnen bereiken.

Die mondigheid brengt ook verandering met zich mee. Wanneer wij een wijk vernieuwen, gaven we tot nu toe de opdracht aan een bureau of stadsingenieurs, die vervolgens een plan uittekenden. Daar trokken we dan mee naar een hoorzitting waar de mensen het plan kritisch bekeken. Tegenwoordig gaan we met een blanco blad naar die wijk en vragen we de bewoners hoe zij het willen. Op basis van hun ideeën kunnen de ingenieurs aan de slag. Mensen een fase vroeger betrekken en informeren, is iets waar we zeker naartoe gaan.

Ingrid Walry: De missie van Stad Gent is, ik citeer: Gent is een scheppende stad, die door een doorgedreven bundeling van alle creatieve krachten, een voortrekkersrol speelt bij de ontwikkeling van een duurzame, solidaire en open samenleving. U wilt dus dat mensen creatief meewerken om van Gent een aangename stad te maken, dat de burger centraal staat bij elk veranderingsproces. Met diens input gaat u dan aan de slag om de verschillende partijen te doen samenwerken om meerwaarde te creëren. Een mooi en ambitieus plan, maar wat zijn de valkuilen?

Daniël Termont: Ik zie daar niet veel valkuilen in. We zijn een stad van kennis en cultuur, toegankelijk voor iedereen. We willen die cultuur en kennis delen. We weten ook dat als we alle krachten willen bundelen om te gaan naar die duurzame solidaire samenleving, dat het perfect kan dat daar mensen bij zijn die niet met goede bedoelingen komen of uitsluitend uit eigenbelang handelen.

Ik heb dat bijvoorbeeld in Rotterdam vastgesteld, bij het wijkbestuur waar bewoners mogen zeggen wat de politie moet doen. Daar was iemand bij met een coffeeshop waar drugs verkocht werden. Die persoon zorgde zelf voor overlast – en kwam dan vertellen wat de politie moet doen. Daar ligt natuurlijk de grens. Zoiets hebben wij gelukkig nog niet meegemaakt. Op alle vlakken waar we mensen samenbrengen, stellen we vast dat het werkt . Kijk maar naar ons lokaal klimaatverbond: alle bedrijven in Gent hebben daaraan meegedaan, ook de grote. Iedereen wil een klimaatneutrale stad in 2050. Voelen mensen zich betrokken, dan gaat het veel sneller vooruit en krijg je meer gedaan. Als overheid zouden we nog meer vertrouwen moeten hebben in de burgers en veel meer dingen samen moeten doen.

Ingrid Walry: U hebt burgers, maar ook bedrijven in uw stad. Die zorgen voor economische duurzaamheid. In hoeverre stelt u vast dat de bedrijven bereid zijn om kennis te delen en elkaar voordelen te gunnen? Ik merk toch dat dit moeilijk ligt: hoe ziet u daar de rol van stad als regisseur?

Daniël Termont: Op basis van twaalf jaar ervaring als schepen van Economische Ontwikkeling in Gent kan ik u vertellen dat er altijd wel mensen zijn die uitsluitend uit eigenbelang komen, maar meestal was de respons erg positief. Ik denk bijvoorbeeld aan de herontwikkeling van het bedrijventerrein aan Akkerhage, waar nu het voetbalstadion gebouwd word. We hebben daar alles kunnen vernieuwen: iedereen was enthousiast. In Drongen hetzelfde verhaal. Ik ben ook wel een optimist die tegenslagen vergeet. Trouwens, dergelijke initiatieven van de stad worden geapprecieerd door de bedrijven.

Ingrid Walry: ‘Bruggen naar Rabot’ en ‘Ledeberg Leeft’ zijn belangrijke stadsontwikkelingsprojecten voor Gent. Maar hoe houden we hybride omgevingen als Gentbrugge II met al hun verschillende culturele achtergronden naast bedrijfsvestigingen ook leefbaar?

Daniël Termont: Met stadsvernieuwing zijn we al twintig jaar aan de slag. Het vernieuwen is begonnen toen Frank Beke, toen schepen van Openbare Werken, zijn schouders zette  onder het project Patershol. We begonnen geleidelijk aan oude stadsdelen te renoveren, waarbij we konden vaststellen dat investeringen in openbare domeinen automatisch gevolgd worden door de privésector. Anderzijds zien we dat na vijftien jaar investeren in de Brugse Poort daar opnieuw verval inzet. De grote groep ‘nieuwe’ allochtonen weegt zwaar op die buurt. Gecombineerd met lawaaioverlast, sluikstorten, en dergelijke meer, hebben we daar een probleem. Het is bijzonder moeilijk als overheid om dat in de hand te houden.

Ingrid Walry: Kan je daar als bedrijf toe bijdragen? Wij houden zelf in ieder geval ons eigen bedrijfsterrein in een voorbeeldige staat…

Daniël Termont: Het is formidabel dat je dat doet, maar het gaat om een mentaliteitsverandering. Je kunt je mensen elke dag het vuil laten ophalen voor een schone buurt, maar we zullen veel meer moeten inzetten op sensibiliseren én op bestraffen.  Ik heb het overlastteam bij de politie opgericht, waarbij we heel specifiek inzetten op buurten waar sluikstorten een probleem is en waar we proberen om de daders te vatten. We pakken er veel – en ze mogen rekenen op zware boetes. Ik hoop dat ze dan hun les leren en op een behoorlijke manier omgaan met hun vuilnis.

Ingrid Walry: Kunnen bedrijven meewerken aan dat soort sensibilisering?

Daniël Termont: We hebben tientallen mensen in dienst die daar permanent mee bezig zijn. Dat kost tijd en middelen, en toch blijven we vaststellen dat de onwetendheid – of de onwil – groot blijft. Mensen willen geen geld uitgeven aan vuilniszakken, maar boetes kosten natuurlijk nog meer. We sensibiliseren ook via scholen, zodat kinderen hun ouders erop kunnen wijzen. Misschien is het een idee om ook bedrijven in te schakelen, ja.

Ingrid Walry: Je moet mechanismen en het vermogen creëren bij mensen zodat ze zelf verantwoordelijkheid opnemen. Onderwijs maakt daarin het verschil. Iedereen heeft maatschappelijke verplichtingen. De brede inzetbaarheid van mensen is belangrijk, net als zelfsturende teams. In die zin kan je de maatschappij met een bedrijf vergelijken. Ik heb soms het gevoel dat we allemaal samen meer moeten durven: de stad kan zoiets niet alleen dragen. Het IBBT werkt rond maatschappelijke innovatie, net als de Provincies Oost- en West -Vlaanderen en Flanders Synergy – allemaal met de steun van Stad Gent.

Daniël Termont: Ik bespeur een grote verantwoordelijkheidszin bij de overgrote meerderheid van onze ondernemers. Hun engagement is groot. Het heeft ook te maken met bereikbaarheid, een manier van communiceren. Waarden die het beleid van Stad Gent zelf uitdraagt: daarin vervullen we zeker een voorbeeldrol.

http://www.gent.be/