Ontdek

uw sociaal innovatievermogen en overwin de crisis
0800/88250Schrijf u in
Deelnemende organisaties
Van RoeyAtlantisBelgacomGeers OffsetPort of GhentKluwerSEBECO INNOVATIEFDe Buck TravelVlerick SchoolCentrum voor OndernemenAscentoAVSVokaKrefimaSD WorxUgentDosschemillsSocrefosREFIBOSERR Gent Rondom GentQ-List Hemkes ConsultancyCocom groupMy Kingdom For a HorseVeGHOBelrom Furniture- FrentlifeFlanders DCInvertoEurotuinVacatureInduverBoerenbond,ThuishulpVOV Lerend netwerkDezign CrewLuminusInterpassOpen bedrijvendagCreaxTeituT-GroepAdebaAZ Sint-BlasiusPolarisation groupRyhoveAttent Tidi SolutionsRace Productions - Ridley BikesVokshaardUnizoInnovatiecentrumCommunicatielabAttentiaVacatureFlanders SynergyErgoteamAssumaxDe JaegerINGX-straAuxifinaOdthDe Zwarte DoosBNP ParibasStad GentAGXBIVVBW BouchoutInventisUniversal CommunicationICFAB MauribaogroupPartena Ziekenfonds en PartnersESFSERV Stichting Innovatie & ArbeidRelax Wellness CentrumRyhove4InstanceStaterBerenschotAssumaxStadsbestuur LommelISSSVKIBBTPeers2PeersBelfiusSoficoDBM BelgiumMatexi GroupJob & Co

Terug naar de renaissance: laat u inspireren door Leonardo Da Vinci

Pascal Cools, CEO Flanders DC

Flanders DC is de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit. Pascal Cools is algemeen directeur. Wij voelden hem aan de tand over het belang van ondernemingscreativiteit voor ondernemingen en beleid:”een deel van de voorwaarde van succes is dat je moet durven, kunnen en willen veranderen als het nodig is – en zelfs vóór het nodig is.”

Ingrid Walry: Sociale innovatie dekt voor iedereen een andere lading. Wat zijn voor u de hefbomen voor sociale innovatie? Binnen Flanders DC is creativiteit het centrale begrip.

Pascal Cools: Ik kom uit een groot bedrijf, Accenture: een internationale gigant. Ik had daar een mooie carrière, maar ik miste impact. Ik ben dan in 2005 begonnen bij Flanders DC. De toenmalige directeur maakte de weg vrij voor ons. Na twee jaar is de CEO dan weggegaan en heb ik het overgenomen.

Sociale innovatie dekt vele ladingen: projecten van Flanders Synergy voor nieuwe innovatieve arbeidsorganisaties, maar het kan ook verder gaan. Sociale innovatie kan ingezet worden voor grote maatschappelijke problemen. Wij kijken naar die bredere definitie. Wij waren echt een start-up in 2005. Die sfeer heeft er lang ingezeten. Iedereen had verantwoordelijkheid en het gevoel dat hij of zij eigenaar was. De passie is zeer belangrijk. Wij gingen er tijdens die pioniersdagen vanuit dat iedereen alles wou doen.

Dat betekent op het ene moment strategische nota’s schrijven voor de minister, op het andere tot twee uur ’s morgen postzegels kleven. We zijn in die paar jaar gegroeid van twee naar dertien medewerkers. Stilaan verlieten we de start-up fase voor een meer mature organisatie. Om die sfeer erin te houden, vind ik het superbelangrijk dat iedereen een eigen domein heeft. Elke projectmanager beschikt over zijn eigen speeldomein. Samen bekijken we eens per jaar wat we in zijn domein gaan doen en wat de mogelijke budgetten zijn.

Loslaten heeft mij veel moeite gekost: ik wilde overal bij betrokken blijven, maar ik kan dat niet alleen trekken. Dat iedereen ondernemer is binnen de organisatie is essentieel. Iedereen komt zelf met ideeën. Mensen nemen zelf de beslissing waar ze willen landen. Ik blijf er natuurlijk over waken dat we allemaal dezelfde richting uitvaren en dezelfde strategie voorop stellen. Maar als ik zou weggaan is er geen probleem. Onze mensen sturen zichzelf. Mijn job nu is outreach: opportuniteiten zoeken, relaties opbouwen en nieuwe samenwerkingsverbanden creëren. Wat we doen gaat vanzelf en dat is organisch gegroeid. Een plan had ik daar niet voor.

Je moet streven naar integrale creativiteitszorg. Zowel je magazijnier als je HR-manager, de secretaresse en de productieman gaat samen zetten. De ideeën zitten overal en de competenties om met de ideeën aan de slag te gaan zijn ook overal. Het is ieders verantwoordelijkheid, maar je moet je medewerkers wel de mogelijkheid geven om erop in te spelen. Ik denk dat mensen enkel dan beginnen in te zien dat veranderingen soms nodig zijn. Ze snappen zo zelf ook beter dat ze andere dingen moeten doen. Dat gaat veel gemakkelijker dan wanneer er de opdracht toe geef.

Ingrid Walry: Creatief handelen is de kernwaarde van Flanders DC. Welke zijn de andere hefbomen om tot resultaten te komen?

Pascal Cools: Empowerment, ondernemerschap, zelfstandigheid en vertrouwen geven zijn allemaal belangrijk. Ik vind dat ik dat vertrouwen nog te weinig uitstraal. Je moet daar op letten. Zelfkennis is een mooie deugd. Ik moet mijn mensen genoeg erkenning geven voor wat ze doen.

We hebben één waarde: wij zijn de goei. Dat is Kempisch, maar het betekent constructief, open, transparant, en vriendelijk zijn. Dat is volgens mij de kern voor het succes van Flanders DC. We hebben ons altijd opgesteld om iets bij te dragen. Kunnen we toegevoegde waarde bieden, dan zullen proberen om samen te werken. Wat we hebben, delen we met anderen. We zijn eigenlijk een platformorganisatie die deels ook een denktank is voor creativiteit. We zijn ook constant op zoek naar nieuwe partners, al is dat niet altijd strikt noodzakelijk.

Open innovatie begint bij de openheid om tot samenwerking te komen. Ik herinner mij een vergelijkende studie van Voka over ondernemingen in zeven West-Europese landen. De Vlaamse ondernemers kwamen eruit als de minst open ondernemers. Ze waren het minst bereid om samen te werken of ideeën uit te delen – zelfs met klanten en leveranciers in de eigen waardeketen. Toen groeide het besef dat we die fout niet mogen maken. Open innovatie ontbreekt bij de mature en iets traditionelere bedrijven.

Ingrid Walry: Wie is voor u een toonbeeld van open innovatie? Om in open innovatie te stappen moet je visie hebben, vriendelijk en transparant willen zijn. Wie belichaamt dat volgens u?

Pascal Cools: De nieuwe generatie ondernemers zijn superjonge gasten. Bij hen zie ik een totaal andere cultuur en visie. We klagen dikwijls over de jeugd van tegenwoordig, maar dat is een generatie van delen, doen, proberen en samenwerken.

Bij bar d’office is iemand die drie bedrijfjes heeft opgericht en daar tegelijk mee bezig is. Een ervan heeft een partner in Barcelona, iemand in Chili en iemand hier. Hij ziet die mensen bijna nooit, maar ze runnen wel samen een bedrijf. Ik heb hier samenwerkingverbanden zien ontstaan. Voorbeeld: iemand die loopbaanonderbreking neemt om een businessidee uit te werken. Die spoelt hier aan, en vindt hier zijn boekhouderrevisor, zijn marketingman en zijn webontwikkelaar. Gewoon door er openlijk over te praten. Ik zie nu een generatie opkomen waar intellectuele eigendomsrechten minder belangrijk worden. Men zet sneller de stap naar open innovatie.

Ingrid Walry: Innoveren is dus ook kopiëren en iets beter maken.

Pascal Cools: Natuurlijk. Innovatie wordt teveel gezien als complex gegeven, maar in se is het met mensen samenzitten, ideeën bekijken en zorgen dat die tot leven komen. Voor mij is innovatie creativiteit plus ondernemerschap. De nieuwe generatie ondernemers begint dat in te zien. Ik ben pessimistischer over de bestaande, rijpe kmo’s. Daar is veel werk aan de winkel.

Er zijn natuurlijk veel goede voorbeelden, verbanden waar het goed gaat. Maar een groot deel van de ondernemers moet nog altijd overtuigd worden. Dat verbaast me, eerlijk gezegd. We moeten sensibiliseren over innovatie.

Ingrid Walry: Bedrijven zouden er maar beter van wakker liggen, zegt u.

Pascal Cools: Wij hebben dan ook beslist dat we wat stouter worden en tegen schenen gaan trappen. In bepaalde organisaties is het tijd voor een frisse, nieuwe wind. Ik vind Bryo een fantastisch voorbeeld. Op die manier moeten meer bedrijven ondernemen. Dat zijn de ondernemers van de toekomst. Het innovatiedenken wordt nog altijd gedicteerd door R&D, door onderzoek. Innovatie is  creativiteit en ondernemerschap. Dat moet de core business zijn. Werkgeversorganisaties moeten inzetten op het nieuwe werken om de principes ervan in de bedrijven te introduceren. Ik vind dat zij moeten inzetten op hoe we met innovatie omgaan, los van R&D. Men moet beseffen dat China tegen 2020 een kenniseconomie wil zijn. Elk jaar studeren meer ingenieurs af aan Chinese universiteiten dan het totale aantaal ingenieurs in Duitsland.

Ik vind het niet volstaan om te roepen dat we ingenieurs nodig hebben. Het is belangrijk en het moet, maar we moeten gaan nadenken. We moeten terug naar de renaissanceman of -vrouw. Iemand als Leonardo Da Vinci was een wetenschapper, een kunstenaar en een businessman: een homo universalis. Die drie eigenschappen zijn moeilijk verenigbaar, maar je hebt ingenieurs nodig die mee kunnen denken met de business, maar ook over creativiteit. Het verhaal achter innovatie is belangrijk en moet je kunnen overbrengen aan je medewerkers. Dat hoor ik te weinig bij grote bedrijven.

Er zijn business, wetenschap en technologie, en  je hebt creativiteit. Die mix heb je nodig. Apple is het bedrijf waar je dat het beste ziet. Wat zij hebben, werd vaak door andere bedrijven uitgevonden. Maar zij hebben er één concept van gemaakt dat het verschil maakt door de creativiteit van het design en de vermarkting van het verhaal. Hun businessmodel met iTunes werkt zo goed omdat je zonder enige moeite muziek kan kopen. Innovatie die-hards vinden Apple geen juist verhaal omdat ze de mp3 en het touchscreen niet uitgevonden hebben. Fout: in Vlaanderen moeten we tevéél uitvinden. Er zijn twee redenen om te innoveren: om de wereld te redden en om jobs te creëren. Een nieuw businessmodel dat leidt tot die extra jobs , is ook innovatie. Het is belangrijk dat dit ook ondersteund wordt. Veel werkgeversorganisaties en bedrijven blijven hangen in de bubbel van R&D en technologie. Daar moeten we uit.

De kennisregio’s zien in dat ze er niet meer komen met enkel ingenieursbedrijven. Zij moeten er extra elementen aan toevoegen. Die elementen zijn creativiteit en de juiste businessinzichten. Bedrijven moeten de nieuwe werknemer creëren. Een mooi voorbeeld is Aalto University in Finland. Daar is een fusie tussen de ingenieursuniversiteit met de businessschool van Helsinki en met de kunstacademie. Dat is nu één school. Wanneer je daar een ingenieursopleiding begint, krijg je er ook design en business gedoceerd. Daardoor krijgen studenten een geïntegreerde opleiding. Het is natuurlijk ook belangrijk dat je gespecialiseerde mensen opleidt, maar op zijn minst leren ze aandacht te hebben voor andere aspecten.  

 www.flandersdc.be